Het Sociaal Strafwetboek werd aangepast
Wetgeving 25 april 2016

Het Sociaal Strafwetboek werd aangepast

Op 1 juli 2010 werd het Sociaal Strafwetboek gepubliceerd in het Belgisch staatsblad.  Dit wetboek heeft ervoor gezorgd dat alle inbreuken op het arbeidsrecht en het sociaal zekerheidsrecht samengebracht werden in één wetboek.  Nieuw was toen ook de gradatie van de inbreuken waarbij vier sanctieniveaus werden ingevoerd.  Alle inbreuken op het sociaal recht werden vanaf dat ogenblik bestraft met één van deze vier sancties volgens de graad van de ernst. 

Sinds de inwerkingtreding van het Sociaal Strafwetboek werden al heel wat wijzigingen doorgevoerd aan het sociaal recht.  Een wijziging van het Sociaal Strafwetboek werd dus noodzakelijk. Met de Wet van 29 februari 2016 werden enkele belangrijke wijzigingen geïntroduceerd.  Bovendien worden met deze wet nieuwe strafbepalingen toegevoegd aan het Sociaal Strafwetboek en werden er een aantal correcties  doorgevoerd.

Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.

Preventie van psychosociale risico’s

In 2014 werd de reglementering in verband met geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk grondig gewijzigd.  Zowel de definitie (uitbreiding tot alle psychosociale risico’s zoals stress en burn out) als de procedures werden grondig gewijzigd.  Ook het statuut van de vertrouwenspersoon werd gewijzigd.  Het Sociaal Strafwetboek wordt nu aangepast aan deze nieuwe verplichtingen rond psychosociale risico’s. 

Daarnaast werden ook de hoogte van de sancties van bepaalde inbreuken op de verplichtingen inzake psychosociale risico’s, opgetrokken.  Zo wordt de werkgever die geen risicoanalyse uitvoert nu gestraft met een sanctie niveau 3 in plaats van 2.  Dezelfde sanctie wordt opgelegd voor de werkgever die wel een risicoanalyse uitvoert, echter zonder de medewerking van zijn werknemers of de preventieadviseur psychosociale aspecten van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. 

Tenslotte werden ook een aantal inbreuken toegevoegd.  Zo kan de werkgever gesanctioneerd worden met een sanctie van niveau 2 wanneer hij er niet voor zorgt dat de werknemers de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten kunnen raadplegen tijdens de werkuren of wanneer hij de verplaatsingskosten niet draagt verbonden aan deze raadpleging.

 

Rookverbod

De werkgever waarborgt het recht om over rookvrije ruimten te beschikken door het roken te verbieden in de werkruimten en de sociale voorzieningen.  Hij moet ook derden informeren en alle elementen verwijderen die kunnen aanzetten tot roken. Onder bepaalde voorwaarden mag een rookruimte worden ingericht. 

Deze specifieke verplichtingen werden nu allemaal opgenomen in het sociaal strafwetboek. De inbreuken worden bestraft met een sanctie van niveau 3.  Wanneer ze gezondheidsschade of een arbeidsongeval tot gevolg hebben, worden zij bestraft met een sanctie niveau 4.

 

Uitzendarbeid

Tijdens de periode waarin de uitzendkracht bij de gebruiker werkt, wordt deze laatste beschouwd als de werkgever voor wat betreft de naleving van de bepalingen betreffende de arbeidsduur, de feestdagen, de zondagsrust, moederschapsbescherming en alle andere maatregelen inzake gezondheid en veiligheid op het werk.  Een inbreuk op deze beschermingsmaatregelen zal de strafrechtelijke aansprakelijkheid van deze gebruiker in het gedrang brengen. 

 

Niet aangegeven arbeid

Iedere werknemer die arbeid verricht wetende dat het gaat om arbeid die niet aangegeven is, kan nu bestraft worden met een administratieve geldboete.  Vroeger was dit enkel voorzien voor de werkgever of de werknemer die een uitkering genoot.  In dit laatste geval kon betrokken persoon zijn uitkering voor een bepaalde tijd verliezen of werd hij gedwongen zijn uitkeringen terug te betalen.      

Bron: Wet tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en houdende diverse bepalingen van sociaal strafrecht, BS 21 april 2016.