Interview met twee van onze arbeidspsychologen
31 augustus 2016

Interview met twee van onze arbeidspsychologen

Arbeidspsycholoog zijn ze. In het jargon heet dat "Preventieadviseur-Psychosociale aspecten”. Elke dag luisteren ze geheel onpartijdig naar zowel werknemers als werkgevers : van de arbeider tot de CEO en van de bediende tot het hoger kaderlid. En ze geven raad, waarbij ze oplossingen proberen aan te reiken om het welzijn op het werk bij iedereen te verbeteren. Verhalen over pesten, stress, burn‑out, geweld, conflicten op het werk, enz. zijn voor hen dagelijkse kost. Maar wie zijn zij? Waarom en hoe hebben zij gekozen voor dit vak, dat een explosieve groei kent en van vitaal belang is voor ondernemingen? Hebben ook zij er soms geen behoefte aan om met iemand te praten? We spraken met twee van deze boeiende mensen over hun passie voor het vak.

Interview door Noëmi PANIZIERI, Manager van de Psychosociale afdeling van Cohezio, en Fabienne DEFRANCE, Manager Communicatie bij Cohezio, Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk.

 

Naam :
Virginie Di Giamberardino
Leeftijd : 29 jaar
Ervaring : 4,5 jaar als preventieadviseur-psychosociale aspecten bij Cohezio
Opleiding : Master in de Arbeidspsychologie aan de UCL, gevolgd door een bijkomende master Risicobeheer en Welzijn op het Werk
Eigenschappen : Vastberaden, dynamisch, empathisch, assertief, koppig en veeleisend.

Foto : Mathilde Troussard

Waarom heb je de richting arbeidspsycholoog gevolgd ?
Klinische psychologie interesseerde me niet. Ik wilde werken in een bedrijf en ik wilde vooral mensen helpen met hun beroepsgerelateerde moeilijkheden.

Welke eigenschappen moet je hebben om jouw vak uit te oefenen ?
Veel! Je moet empathisch zijn, geduld hebben, de zaken in hun geheel kunnen bekijken en je op je gemak voelen tussen de mensen. Je moet altijd zin hebben om je vaardigheden te ontwikkelen, want wij krijgen te maken met uiteenlopende domeinen van de arbeidsomgeving. Je moet ook zo neutraal en onpartijdig mogelijk zijn, de juiste positie kunnen vinden tussen de werknemer en de werkgever. Je moet kunnen bemiddelen. En je moet jezelf kunnen beschermen, je grenzen kunnen stellen en waarschijnlijk zelfs jezelf kunnen afschermen.

Hoe heb je geleerd je af te schermen ?
Ik heb om te beginnen mijn karakter al mee! Ik ben van nature iemand die meer rationeel dan emotioneel is ingesteld. Dat heeft me al goed geholpen om te relativeren, wat afstand te nemen. Toch is het niet gemakkelijk om te worden geconfronteerd met mensen die zo ongelukkig zijn op het werk. Soms zitten er bestuurders, algemeen directeurs of brandweermannen voor me: vrij stoere kerels, die dan opeens beginnen te wenen en hun kwetsbare kant laten zien. Dat brengt je wel wat uit je evenwicht, vooral wanneer je nog jong bent en weinig ervaring hebt.

Het is geleidelijk aan gegroeid. Ik zei tegen mezelf: oké, het werk is het werk, maar ik moet zelf mijn grenzen stellen. Ik praat ook met meer ervaren collega’s. En wanneer een situatie moeilijk is om mee te leven, dan kan een gesprek met je vrienden, sporten of erover praten allemaal deugd doen.

Wat is er zo verrijkend aan jouw vak ?
Onze taken zijn zeer gevarieerd. We hebben onze basisopdrachten, wat we formele en informele interventies noemen. Bij informele interventies hebben we echt een bemiddelende rol: we proberen compromissen te vinden over een manier van functioneren op het werk waarmee beide partijen tevreden zijn. Bij formele interventies gedragen we ons meer als een rechercheur: we ondervragen de getuigen, luisteren naar de verzoeker en naar de aangeklaagde en stellen een verslag op. Bij het uitvoeren van risicoanalyses staan we in rechtstreeks contact met het terrein, we dompelen ons onder in de bedrijfscultuur om een aanpak te kunnen voorstellen. Vervolgens begeleiden we het bedrijf bij het ondernemen van actie om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. We geven ook opleidingen: opleidingen voor de hiërarchische lijn over gevallen van lijden op het werk en ook opleidingen voor vertrouwenspersonen. Sommige preventieadviseurs zijn ook coaches. Het is dus een rijk en multidisciplinair vak.

En wat zijn de moeilijkheden van het vak ?
Precies ook het feit dat onze taken zeer gevarieerd zijn en dat we niet in alles gespecialiseerd kunnen zijn! Het is ook moeilijk om een problematiek te communiceren aan de werkgever – over het algemeen is onze boodschap niet altijd fijn om te horen… Je moet echt de juiste woorden vinden. We peilen naar de perceptie van een bepaald aantal werknemers over hun werkomgeving. We werken heel veel met subjectieve gegevens. Hoe we die gegevens neerschrijven en voorstellen is van cruciaal belang.

Hoe zie je de arbeidswereld evolueren? Welke zaken die zich aankondigen zullen onze bijzondere aandacht vragen ?
We zien steeds meer gevallen van burn-out. Daarom is het van het grootste belang om preventieadviseurs op te leiden op het vlak van alles wat te maken heeft met “disability management". Want burn-out heeft een zware prijs voor de werknemer, de werkgever én de maatschappij. Er zijn hoe langer hoe meer gevallen van langdurige afwezigheid door factoren die te maken hebben met het werk. Het is dus erg belangrijk om te kunnen anticiperen op die afwezigheden, maar ook op de terugkeer naar het werk. Het gebeurt regelmatig dat mensen opnieuw ziek worden, vooral wanneer het probleem niet wordt aangepakt. Mijn boodschap aan de werkgevers is dat als het bedrijf goed draait, dat komt doordat het goed gaat met het personeel, met hun inzet en motivatie. Zijn de werknemers niet langer gemotiveerd, uitgeblust en uitgeput omdat de risicofactoren onvoldoende, slecht of niet worden aangepakt, dan is het niet mogelijk de machine te laten werken. Maar ik zou zeggen dat de tendens positief is: sinds de start van mijn carrière merk ik dat men zich daarvan bewust wordt. Dat wekt wel vertrouwen.

Hoe bereid je je voor op moeilijke gesprekken ?
Ik neem het dossier door als ik de kans heb. Ik informeer me zo goed mogelijk. En ik pas me aan. Ik heb geen speciale trucs. Ik ben een doorzetter, ik pas me aan de situatie aan en ik ben flexibel!

Wat wilde je later worden toen je klein was ?
Ik wilde net als mijn papa directeur van een fabriek worden. Mijn papa is een selfmade man. Hij is op eigen kracht directeur geworden, dankzij zijn technische én menselijke vaardigheden. Dat bewonder ik enorm. Wanneer hij thuiskwam van het werk, praatte hij over de moeilijkheden die hij was tegengekomen en over wat hij had ondernomen. Hij gaat erg logisch tewerk, pakt de zaken stap voor stap aan en die rationele manier van denken heb ik waarschijnlijk van hem geërfd. Die instelling van "sterk zijn, jezelf afschermen" heb ik ook van mijn papa. Bij mij thuis huil je niet, maar je helpt anderen.

Wat doe jij om stoom af te blazen ?
Ik heb daar niet echt nood aan. Bevind ik me in een moeilijke situatie waarop ik niet per se een antwoord heb, dan is de eerste met wie ik contact opneem mijn papa. Ik denk rationeel. Ik internaliseer veel. Misschien dat ik op een dag wel moet ontploffen, maar op dit moment ben ik vrij zen! Ik ben wel in staat om uit te drukken wat ik voel. En ik kan erg snel de bladzijde omslaan.

Hoe zou je jouw relatie met je werk beschrijven ?
Ik ben erdoor gepassioneerd. Zo eenvoudig is het.

Uw vak bestaat nog niet zo lang, pas sinds 2002… Maar het is volop aan het groeien, niet ?
Het is een vak met enorm veel toekomst. Ik vrees alleen een beetje dat de externe diensten zullen verdwijnen ten voordele van diensten die enkel intern werken. Dat zou jammer zijn omdat we dan een enorme toegevoegde waarde zouden verliezen, namelijk het netwerk van de preventieadviseurs van de externe diensten. We ontmoeten mensen van overal en we doen allerlei uiteenlopende ervaringen op. Ervaringen die ons verrijken en die het ons mogelijk maken om een antwoord te bieden op alle soorten situaties.

Waar zie je jezelf binnen 15 jaar ?
Ik wil mijn vaardigheden ontwikkelen. Ik hoop tegen dan aan zoveel mogelijk opleidingen te hebben deelgenomen. Ik zie me ook een managementfunctie uitoefenen. Eens zien of ik de raad die ik geef in de praktijk kan brengen…

Wat is je mooiste ervaring op professioneel vlak, waar ben je het meest trots op ?
Het feit dat ik een beroep uitoefen waarin ik me nuttig voel. Wanneer iemand die huilend binnenkwam na ons gesprek met de glimlach vertrekt en me bedankt : dat is het mooiste geschenk dat dit vak me kan geven. Zien dat wat ik doe een impact heeft gehad, soms op een professioneel parcours in zijn geheel.

Stel dat je 18 jaar bent en je kunt opnieuw beginnen, zijn er dingen die je anders zou doen ?
Ik zou precies hetzelfde doen. Ik heb nergens spijt van.

 

Naam : Isabelle Vleminckx
Leeftijd : 44 jaar
Ervaring : 14 jaar als preventieadviseur-psychosociale aspecten bij Cohezio
Opleiding : Master in de Klinische Psychologie, met een bijkomende master in Sociale Psychologie
Eigenschappen : Koppig, vastberaden, erg gevoelig, allergisch aan papierwerk, trouw aan haar waarden, open.

Foto : Mathilde Troussard

Waarom ben je arbeidspsycholoog geworden ?
Op de middelbare school maakte ik kennis met de psychologie, door een korte documentaire over Freud. Voor mij was dat magisch, prachtig: een openbaring. Op de universiteit ontdekte ik de klinische psychologie en ben ik me gaan richten op kinderen en jongeren. Ik heb een tweede master behaald in de sociale psychologie. Tegelijkertijd was ik ook erg betrokken bij het verenigingsleven. Ik ben gaan werken in een vluchtelingenkamp in Kroatië, waar het toen oorlog was. Mijn scriptie ging over getraumatiseerde kinderen. En zo heb ik na mijn studies gewerkt op alles wat intercultureel is. Ik heb etnotherapie gedaan en vrij veel gewerkt in de opvang van slachtoffers, vooral bij de cel voor Dringende Sociale Interventie, en op alles wat te maken heeft met kritische incidenten, crisismanagement, enz. Gaandeweg kwam ik bij aanwerving terecht. Ik ben ook op humanitaire missie geweest, wat me een ongelooflijke kracht heeft gegeven. Dat helpt me nog steeds om dingen te relativeren: ik leerde er de grenzen kennen van wat ik kon verdragen. Na mijn terugkeer heb ik gewerkt in een dienst voor slachtofferbegeleiding. En dan hoorde ik op een dag van een vriendin, één van de eerste preventieadviseurs-psychosociale aspecten in België, dat ze iemand zochten bij Cohezio - toen nog vzw AristA. Ze legde me uit wat dat inhield, want ik kende het beroep helemaal niet. Daar heb ik op de werkvloer op alle vlakken heel veel bijgeleerd. En dat is nu 14 jaar geleden.

Welke eigenschappen moet je hebben om jouw vak uit te oefenen ?
Je moet in staat zijn om echt te luisteren. Dat is de basis van ons werk, of het nu gaat om werkgevers, personen in moeilijkheden of de hiërarchische lijn. Ook analytische vaardigheden en het vermogen om afstand te nemen zijn erg belangrijk. Verder moet je jezelf goed kennen en aandacht hebben voor wat er in je eigen lichaam gebeurt. Vaak maak ik gebruik van wat ik voel om te werken met het lijden van de mensen. Dat helpt me om gepast advies te geven. Het is ook erg belangrijk om de vrijheid van de mensen te respecteren. Zij bepalen het tempo. Je kan wel raad geven, maar de mensen mogen ons ook zeggen: "ja, dat lijkt me verstandig, maar misschien een beetje later. Ik voel me er nu nog niet klaar voor." Wanneer mensen vastgelopen zijn, is het onze taak hen opnieuw in beweging te krijgen. Dat is iets dat ik heel fijn vind: je beslist niet in de plaats van anderen, maar je begeleidt hen tot ze zelf een beslissing kunnen nemen in verband met wat hen overkomt.

Wat is er zo verrijkend aan jouw vak ?
De mensen die we zien, komen van overal. Van de schoonmaakster tot de CEO van een bedrijf uit de private of openbare sector. Dat vraagt om een constante aanpassing. Je leert ook omgaan met dingen waarvan je in het begin geen idee hebt dat ze kunnen gebeuren. Zo zit je tijdens een vergadering van het CPBW (Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk) met vakbondsleden en werkgevers rond de tafel. Dan zijn er soms wel 80 personen die je in de rede vallen. Je leert om geen schrik te hebben, je mannetje te staan, kalm te antwoorden, vooral goed binnen het kader van de wet te blijven en vertrouwen te hebben in jezelf.

En wat zijn de moeilijkheden van het vak ?
Veel mensen werken hun lijden of agressie op ons uit. Je moet goed leren om dat niet persoonlijk op te nemen.

Hoe bereid je je voor op een gesprek ?
Ik bereid me niet voor... Het enige wat ik doe is ervoor zorgen dat ik goed wakker en op mijn gemak ben. Ik ga erheen en ik zie wel. Dat komt met de ervaring.

Was dat in het begin niet zo ?
Nee! In het begin lees je veel, je probeert vat te krijgen op de elementen die je hebt en zoveel mogelijk te weten. Nu voel ik me volledig comfortabel en rustig.

Heb je nood aan momenten van emotionele ontlading ?
Ik praat vooral met mijn collega’s. En soms met vrienden, die ook preventieadviseur zijn ergens anders. Sinds ik mama ben, is er ook veel veranderd. Moeder zijn helpt me om beter de grens te trekken, de deur dicht te doen! Mijn leven buiten het werk is volledig anders: ik ga met andere mensen om, ik bevind me in een volledig andere omgeving, dat helpt ook om je gedachten te verzetten.

Is het vak veel veranderd op 15 jaar tijd ?
Wat de werkomgeving betreft, wordt er sneller en gemakkelijker dan vroeger gepraat over bepaalde thema’s. De media hebben daarin een rol gespeeld en er zijn ook bepaalde zaken veranderd in de ondernemingen. Ik denk terug aan 2002-2003, met de eerste wet rond pesten: toen kwamen er mensen bij ons langs die zeiden dat ze al 10 of 20 jaar werden gepest! Vandaag komt dit soort zaken niet meer zo vaak voor.

En welke evolutie stel je vast wat betreft het psychosociale welzijn van de werknemers ?
Wat de assertiviteit betreft, zie ik geen evolutie bij de mensen. Ik had gehoopt dat de jongere generaties assertiever zouden zijn… Maar nee: ze wachten, ze laten de zaken zich maar opstapelen zonder er iets aan te doen en dan op een dag zijn ze verbaasd dat er een groot probleem is. Het verbaast me steeds weer om vast te stellen hoe weinig mensen eigenlijk zeggen: “stop, ik ga hier niet mee akkoord”.

Hoe zit het in het hoofd van de werkgevers? Stel je vast dat hun mentaliteit verandert ?
Bij de werkgevers met wie we al lang samenwerken, zien we inderdaad een evolutie. Bij werkgevers met wie we meer op een tijdelijke basis werken, is dat minder het geval. Ik denk dat alles altijd te maken heeft met de “big boss” van de onderneming. Heeft die beslist dat ze vooruitgang willen boeken, dan zullen ze dat ook doen en bovendien erg goed en erg snel. In een overheidsstructuur met een heleboel beslissingsstructuren en tussenkomende elementen gaat het er altijd veel trager en logger aan toe om dingen te veranderen.

Wat wilde je later worden toen je klein was ?
Ik wou bloemenverkoopster worden. Ik had namelijk My Fair Lady gezien en ik vond dat mooi (lacht). En ze had een mooie jurk. Ik ben nog steeds dol op bloemen.

Wat is je mooiste ervaring, waar ben je het meest trots op ?
Dat ik een enorm project van twee jaar in goede banen heb geleid, toch wel iets anders dan wat we gewoonlijk doen. In plaats van een klassieke risicoanalyse op te stellen, gingen we aan de slag met 22 groepen mensen om samen op zoek te gaan naar oplossingen om hun welzijn te verbeteren. Creativiteit was voor die aanpak erg belangrijk. Met methodes als brainstorming hebben we ook echt manieren gevonden om het welzijn van de werknemers te verbeteren. Er kwam een indrukwekkende hoeveelheid oplossingen uit de bus, die we hebben gerangschikt volgens prioriteit. De feedback die we ervan hebben, is dat men nog bezig is met de acties die uit de voorstellen zijn ontstaan. Dat geeft veel voldoening.

Wat zou je zeggen tegen jongeren als je hen zou willen overtuigen om net als jij arbeidspsycholoog te worden ?
Misschien om niet meteen arbeidspsycholoog te worden… Om eerst wat andere ervaring op te doen. Ik vind namelijk dat raad geven aan mensen over de bedrijfsomgeving zonder die bedrijfsomgeving goed te kennen alles behalve gemakkelijk is en dat zorgt dus voor behoorlijk wat stress. Als je zelf niet de N-1 van iemand bent geweest en geen relatie hebt met de hiërarchie, dan weet je niet hoe dat is. Ik geloof ook dat werkgevers niet mals zijn voor jongeren. Het is niet gemakkelijk. Ook niet onmogelijk, maar je hebt een sterk karakter nodig, je mag geen angst hebben en je moet ervoor durven gaan.

Hoe zie je je vak in de toekomst ?
Ik heb wensen. Ik zou graag hebben dat we minder "gebonden" zijn aan de wet, dat we meer vrijheid hebben. Dat we echte psychosociale interventies kunnen uitvoeren en niet moeten ingaan op een vraag, enkel om in orde te zijn met de wettelijke verplichtingen. Dat we de werkgever een meerwaarde kunnen bieden omdat we zijn bedrijf goed kennen. We zouden meer creatieve oplossingen moeten kunnen aanreiken, samen met de werkgever op zoek moeten kunnen gaan naar oplossingen en geen schrik moeten hebben om te experimenteren. Om niet hetzelfde te doen als de anderen.

 

 

Verscheen eerder in de Franstalige septembereditie van Psychologies Magazine .