Veilig gebruik van elektrische (brom)fiets : voortaan reglementeerd
Wetgeving 25 oktober 2016

Veilig gebruik van elektrische (brom)fiets : voortaan reglementeerd

De elektrische fiets raakt steeds meer ingeburgerd bij jong en oud.  Ook heel wat bedrijven stimuleren vandaag hun werknemers om een elektrische fiets te gebruiken.  Een wetgevend kader kon dan ook niet uitblijven. De wetgeving ging op 1 oktober 2016 van kracht.

Welke elektrische fietsen kan men onderscheiden?

Vanaf 1 oktober maakt men in het wegverkeer een onderscheid tussen drie soorten van elektrische fietsen:

  • Fietsen met een elektrische hulpmotor : Deze fietsen worden aangedreven met een hulpmotor die enkel ondersteuning heeft als men gaat trappen. Zonder trappen valt de motor stil. De motor zal de aandrijving stoppen zodra een maximumsnelheid van 25 km/uur wordt bereikt en heeft een maximaal vermogen van minder dan 250 W. 
  • De gemotoriseerde fietsen : Deze fietsen wordt eveneens aangedreven door een hulpmotor. In tegenstelling tot de vorige categorie kan deze fiets autonoom voortbewegen als men niet trapt. De trapondersteuning valt stil van zodra de fiets een maximumsnelheid heeft bereikt van 25 km/uur.  Het vermogen van de motor is maximaal 1000 W.
  • De speed pedelecs : Dit zijn de snelle elektrische fietsen die gelijkgesteld worden met een bromfiets. Bij deze fietsen is er een trapondersteuning tot maximaal 45 km/uur. Deze fietsen zijn uitgerust met een motor met een maximumvermogen van 4000 W. 

 

Veiligheidsmaatregelen ?

Vanaf 1 oktober wordt de ‘speed pedelec’ gelijkgesteld met een bromfiets.  Dit heeft voor gevolg men over een rijbewijs moet beschikken indien met gebruik maakt van deze fiets.  Daarnaast wordt ook een bromfietshelm verplicht.  Men kan ook kiezen voor een fietshelm in zoverre deze helm een bescherming bied aan de slapen en het achterhoofd.   Andere beschermende kledij is niet vereist.

Een verzekering wordt eveneens verplicht voor deze categorie.

De bestuurder van een gewone elektrische fiets is niet onderworpen aan deze maatregelen.  Enkel wanneer de motor autonoom kan werken zonder te trappen, is een verzekering nodig. 

 

Recht op een fietsvergoeding?

De werknemer zich met een elektrische fiets naar het werk begeeft, heeft recht op de belastingsvrije fietsvergoeding van 0,22€.  Aangezien de speed pedelec wordt gelijkgesteld met een bromfiets, geldt de fietsvergoeding niet.      

Bron: Koninklijk besluit van 21 juli 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, BS van 9 september 2016.