Subsidiëring van projecten voor de primaire preventie van burn-out op het werk
Wetgeving 29 augustus 2018

Subsidiëring van projecten voor de primaire preventie van burn-out op het werk

De wet van 26 maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie voorzag de mogelijkheid om de projecten gericht op de preventie van burn-out, ingediend door de paritaire comités of door ondernemingen, te financieren.  Op vrijdag 24 november augustus verscheen een koninklijk besluit waarin de praktische modaliteiten voor de aanvraag van deze subsidies worden uitgewerkt.

Projecten

Het project moet leiden tot de preventie van burn-out op het werk door middel van acties van collectieve aard.  Dit betekent dat de individuele begeleiding van werknemers die het slachtoffer zijn van een burn-out of een individuele risicoanalyse niet in aanmerking komen voor subsidies.

De projecten zijn bovendien gericht op de primaire preventie van een burn-out.  Primaire preventie beoogt het voorkomen van burn-out bij werknemers.  Projecten die erop gericht zijn op het detecteren van de eerste symptomen van burn-out en het verlenen van bijstand aan de werknemers met een burn-out (secundaire preventie) of om de terugkeer van deze werknemers naar het werk te bevorderen (tertiaire preventie), komen dus niet in aanmerking voor subsidiëring. 


Wat zijn acties van collectieve aard ?

De acties kunnen volgende vorm aannemen :

  • De begeleiding van een of meerdere medewerkers, of het ter beschikking stellen van een pool van begeleiders aan de werkgever die deel uitmaken van een sector, in het kader van één of meerdere van de volgende fasen:
    • informatie en sensibilisering
    • het bepalen van preventiemaatregelen
    • het toepassen van deze preventiemaatregelen, de implementatie
    • het evalueren van deze maatregelen en het bijsturen ervan.
      Het gaat enkel om de begeleiding. De begeleider staat dus niet in voor de concrete uitvoering van de preventiemaatregelen die uit de begeleiding zouden voortvloeien
  • Het opzetten van een onderzoeksproject
  • De ontwikkeling van preventie- of interventietools

Deze acties komen niet in de plaats van de wettelijk verplichte opdrachten van de preventieadviseur psychosociale aspecten of van de risicoanalyse die de werkgever moet uitvoeren voor de identificatie van de situaties die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico’s op het werk.

Bij de uitvoering van een project worden de werknemers, het comité voor preventie en bescherming op het werk (of bij afwezigheid, de syndicale delegatie of vakbondsafvaardiging), de diensten voor preventie en bescherming op het werk, de dienst HR en iedereen die kan bijdragen tot het slagen van het project, betrokken.


De projectbegeleider

Voor het indienen van een project moet  men een beroep doen op een projectbegeleider of een organisatie die over een expertise beschikt van minstens drie jaar in het begeleiden van werkgevers op het vlak van de preventie van psychosociale risico’s op het werk.
 

De aanvraag van de subsidies

De aanvraag wordt ingediend door een werkgever of door een paritair comité of subcomité.  De aanvraag kan betrekking hebben op een project dat wordt uitgevoerd door één werkgever of door meerdere werkgevers samen.

De subsidieaanvragen kunnen ingediend worden tot 15 september 2018 via de website van de Nationale Arbeidsraad.


Bedrag van de subsidies

Het forfaitaire bedrag van de subsidie bedraagt 8.000 € per project. Voor de projecten ingediend door een paritaire comité of subcomité bedraagt de subsidie maximaal 24.000€.


Bron

Koninklijk besluit van 30 juli 2018 tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2013 in uitvoering van artikel 191, §3 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de projecten voor de primaire preventie van burn-out op het werk.